5 weken oud, gaat lekker slapen en wordt nooit meer wakker.
Wiegendood, het komt gelukkig zelden voor.
Zelden is helaas niet sluitend met ‘nooit meer’.
En zo kom ik bij ze. Een slaapkamer waar de gordijnen potdicht zitten. Er hard word geschreeuwd dat ik weg moet gaan want ze willen niet uit bed. Nooit meer. Ze houden de handjes vast en liggen dicht tegen hun kindje aan. Even slikken, aanvoelen, golven en aan het ‘werk’. Dan hoor ik mezelf de volgende directieve woorden uitspreken: “Ik ga nu binnenkomen. Ik wil jullie mooie kindje zien en het lijfje controleren. Ik ga daarom de gordijnen een beetje open doen en kom dan op jullie bed zitten.”
Zo begint deze begeleiding voor mij. Veel had ik al meegemaakt, ervaren en gezien in al die jaren als begeleider. Dat ouders zich zo opsluiten zag ik niet eerder. Nooit eerder had ik meegemaakt dat eén van de ouders direct na overlijden van hun kindje naar het politiebureau wordt meegenomen voor verhoor. Dat de woonkamer eerst aangemerkt wordt als een ‘plaats delict’. Het kindje wordt meegenomen voor onderzoek en dat na twee dagen pas alles en iedereen wordt ‘vrijgegeven’. Alhoewel ik rationeel best redenen kan bedenken waarom dit nodig is, dit protocol, bij zo’n plotseling overlijden van een ogenschijnlijk gezond kindje, raakt het me intens te zien wat het effect is op het proces van rouw en afscheid nemen.
En zo zit ik op hun bed. De gordijnen inmiddels een beetje open. Een prachtig en volmaakt kindje ligt daar stil tussen de ouders in. Een poging doe ik me in te leven. De poging brengt me zeker verder en is helpend echter echt inleven is natuurlijk onmogelijk. Ik denk dat ik het schreeuwen, de donkerte en het jezelf willen opsluiten wel kan invoelen en het kindje tegen je aanklampen al helemaal. Ze moesten hun baby al twee belangrijke dagen missen tijdens de verhoren en het onderzoek.
RAUW is het…deze rouw.
Het lukt me stap voor stap hen uit bed te krijgen. Het kindje te verschonen en hen samen naar de woonkamer te laten bewegen. Beetje bij beetje nemen we stappen. Kleine stapjes en heel voorzichtig met af en toe een adempauze. Al die kleine stapjes bij elkaar vormen een voorwaartse beweging. Een noodzakelijke beweging om niet vast te komen zitten.
De dag waarop we het lichaampje liefdevol wegbrengen is beladen. Het regent, waait en is guur buiten. Niets aan het weer dat troostend is. En het is ook zoeken naar iets dat die dag überhaupt troostend is. Men neemt afscheid van een poppetje die, negen maanden in de buik en met vijf weken, op aarde verschil heeft mogen maken. Mensen van zich heeft laten houden. Het lukt in die week met voorzichtige pasjes de focus te draaien naar wat het kindje bracht; groots geluk. Het kindje heeft hen ouders gemaakt voor altijd. De weg naar licht is nog lang voor deze ouders. Extra lastig gemaakt door het verstoorde proces van afscheid nemen. Maar in de afscheidsdagen hebben zij, onder begeleiding, de eerste stappen gezet in het verleggen van die focus. De focus naar; wat het kindje heeft gebracht. En daar ligt het begin van de troost. Het geluk dat met de tijd, en heel voorzichtig, ruimte mag krijgen om voller gezien en omarmt te worden. Dat er ruimte komt om het geluk te voelen over het mooie mensje dat verschil mocht maken in de levens van de mensen om hem heen. Dat hun levensenergie voorzichtig aan weer mag gaan stromen.
Dikke krachtkus voor hen, deze dappere, lieve en jonge ouders.
Liefs, Patty
ความคิดเห็น